Onbewust raken we steeds meer gewend aan het ‘nieuwe normaal’. Ik betrap mezelf erop dat ik soms denk: ah het is wel lekker rustig zo. Weinig sociale verplichtingen. Het wordt bijna een opgave zodra er wel een paar verplichtingen op de planning staan. Dus dan maar genieten van een avondje bankhangen in je badjas. En om daar tevreden mee te zijn is natuurlijk niets mis mee. Maar zijn we dat echt? Of wordt ons oude normaal langzaam vergeten?
Als ik voor mezelf spreek, begin ik het echt een beetje te vergeten. Terwijl ik aan het begin van de coronacrisis nog zo’n heimwee had naar uitspattingen. (Het kan snel veranderen blijkbaar..) Maar gelukkig heeft Max Verstappen hier verandering in gebracht. Ik zal er gelijk maar eerlijk voor uit komen, ik kijk werkelijk nóóit naar formule 1. Ik vind er niets aan. Ze rijden alleen maar rondjes. Ik snap de lol gewoon niet. Maar ik moet ook toegeven dat ik het nog nooit een kans heb gegeven. Dus mijn vooroordelen zijn slecht onderbouwd, ik weet het.
Dan is het zover, de grote race waar iedereen over praat. Max verstappen en Louis Hamilton. Dit moet het moment zijn. Hier wil ik natuurlijk wel over mee kunnen praten, dus ik neem me voor ook braaf te kijken. Gelijk na dit voornemen denk ik eraan dat het wel ietwat sneu is om dit alleen op de bank te kijken. Dan komt er natuurlijk helemaal geen emotie bij vrij. Dus ik stel voor met een vriendin (waarvan ik in deze blog de naam maar eens buiten beschouwing houd) naar de kroeg te gaan.
Nou. Een betere keuze hadden we werkelijk niet kunnen maken. Alles zit vol en er is nog één plekje vrij. De meest waardeloze plek die je maar kunt bedenken, namelijk met de tafel onder het tv scherm. Maar hé, we zijn toch geen echte fans dus we gaan ermee akkoord. Vrolijk kijken we met de nek in een kronkel naar het scherm. Aangezien we er geen verstand van hebben is het toch niet zo leuk. Dus we zitten ondertussen te Googlen wat de regels zijn en hoe het allemaal werkt.
Aha. Gelijk wordt dit al interessanter. Halverwege de race staat iedereen met een sip gezicht naar het scherm te kijken. De moed zakt ons in de schoenen en het lijkt een gelopen race. Onze aandacht verdwijnt en we gaan vrolijk in gesprek over andere zaken. Maar dan horen we ineens een paar mannen brullen. Wat gebeurt er? We kijken snel op het scherm en Max Verstappen is bezig met een inhaalslag. We zijn gelijk aan de buis gekluisterd. De bedieningsmedewerker uit Ierland (die al eerder had aangegeven dat ze niet zo goed snapt wat wij Nederlanders toch allemaal met formule 1 hebben) probeert nog een praatje te maken. Maar we wimpelen haar snel af. Meid, dit is niet het moment.
Iedereen begint te joelen en er komen diverse oerkreten voorbij. Wij doen ook mee en zitten vol spanning te kijken. Hij wint! Hij wint! Iedereen wordt helemaal wild. Wij ook. Ik voel me terplekke de allergrootste fan van Max. Ik heb nog nooit naar je gekeken Max maar man wat ben ik trots en dolgelukkig. Kippenvel. In de kroeg zijn we ineens allemaal de grootste vrienden. We zijn verbroederd. Dit hadden we echt even nodig.
Ik zeg letterlijk tegen mijn vriendin: “ik was gewoon vergeten hoe dit voelde”. En dit bedoel ik niet zo dramatisch als het klinkt, maar ik meen het wel oprecht. Natuurlijk redden we ons nu prima en lost klagen niets op. Maar het is ook goed om te beseffen dat er meer is dan het nieuwe normaal. Als we niet oppassen worden we hier allemaal langzaam in meegezogen. Voor je het weet zitten we dan in onze joggingbroek op kantoor met ons huisdier op schoot en de kinderen aan het bureau te jengelen. Ieder weekend vanaf 21.00 uur in de badjas op de bank in volledige isolatie en er nog van genieten ook… want: lekker rustig.
Nee, niks geen lekker rustig jongens! Deze middag met Max Verstappen smaakte naar meer… En hiermee komen we ook gelijk tot het antwoord op de vraag van onze Ierse bedieningsmedewerker. Die dag waren wij Nederlanders namelijk allemaal formule 1 fan omdat we weer samen konden zijn. Eindelijk weer iets waar we samen achter kunnen staan. Even geen tweesplitsing. Even geen oneindige discussies waar je toch niet uit gaat komen met mekaar. We hebben de koppen dezelfde kant op staan en juichen samen van geluk.
Even voelt het weer als het oude normaal. En dat voelt voor de verandering toch wel weer verdomde lekker!